dinsdag 7 november 2017

Mag een politieagente haar decolleté tonen


Daar zijn goede argumenten voor aan te voeren. In heel wat situaties waarin dienders terecht komen zou het de-escalerend kunnen werken. Het zou verdedigd kunnen worden als vrijheid van meningsuiting. Zo’n agente kan aanhangster zijn van het Epicurisme en kan er naar verwijzen dat op de gaypride er wel meer naakt uit levensovertuiging te zien is. Ze kan beroep doen op het college van de rechten van de mens met het betoog dat iedereen recht heeft op een epicurische levenswijze. Ze kan een medische verklaring aanvragen om aan te tonen dat ze claustrofobisch is voor bovensluitende kleding. Ze kan zelfs beroep doen op het streven van de politie om meer divers te zijn. Ze zou kunnen aanbieden om het decolleté met een kruis te bedekken. Maar het zal allemaal niet helpen. Een politieambt gaat samen met een uniform en uniformiteit.

Deze schertsende inleiding verwijst natuurlijk naar het beroep dat een Rotterdamse agente heeft gedaan op het college van mensenrechten om meer kleding te dragen dan de uniformiteit toestaat. Haar levensovertuiging draagt haar op om een hoofddoek te dragen en een verbod zou haar in haar carrière schaden. Gezien alle reacties raakt haar streven om als moslima-agente de straat op te gaan een open zenuw in de Nederlandse samenleving. De Amsterdamse politie trok haar voornemen om de hijab (je ziet geen hoofdoekjes meer) toe te staan om diversiteit uit te drukken, ijlings terug. De reactie uit de samenleving is te interpreteren als een verwijzing naar de norm/waarde dat de vrijheid van godsdienst samengaat met het niet benadrukken van je religie in het openbaar. Die reactie toont de spanning die de islam oproept. Vanuit de islam wordt zichtbaarheid juist nagestreefd. Het is niet te verwachten dat de betrokken agente geheel uit zichzelf optreedt. Het is aannemelijk dat zij een groep achter zich heeft staan die haar steunt of mogelijk zelfs gebruikt om de islam ook door agentes uit te laten dragen.

De geschiedenis van de hoofddoek begint niet bij de koran. De hoofdbedekking gaat terug op het gebruik onder nomadische volken uit Arabië. Mohammed had mooie vrouwen en was het gestaar van andere mannen zat. Hij beval zijn vrouwen eerst zich te bedekken en later om zich achter een gordijn op te houden. Het bevel komt van de jaloerse Mohammed. In zijn biografie van Mohammed geeft Tariq Ramadan dat min of meer toe. Mohammed’s bevel werd een religieuze plicht, al is die binnen de islam omstreden. Over bedekking  zegt de Koran: "En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en over hun geslachtsorganen waken, en hun sier niet tonen, behalve wat daarvan zichtbaar is. En zij moeten hun sluiers over hun boezems dragen en hun schoonheid niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten, of hun vaders, of de vaders van hun echtgenoten, of hun zonen, of de zonen van hun echtgenoten, of hun broers ......... Soera An-Noer (Het Licht) vers 31. En "O Profeet, zeg tot jouw echtgenotes en tot jouw dochters en tot de vrouwen van de gelovigen dat zij hun gewaden over zich heen laten hangen. Op die manier is het gemakkelijk om hen te herkennen en worden zij niet lastiggevallen. En Allah is Vergevensgezind, Meest Barmhartig" (Soera AL-Ahzab:59). In een aantal islamitische gemeenschappen wordt de korantekst letterlijk uitgelegd en begrepen als dat vrouwen slechts hun boezem dienen te bedekken of hoog gesloten kleding dienen te dragen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw droegen in landen als Iran, Afghanistan, Egypte, Turkije en Marokko alleen streng gelovige vrouwen een hoofddoek. Door de opkomst van het salafisme en de strijdbaarheid van de ‘Islam Broederschap’ is het dragen van bedekking weer een religieuze plicht geworden.

In de eigen uitleg vertaalt de islam de jaloezie van Mohammed naar Allah’s wil. “Vrouwen dragen een hoofddoek enkel en alleen voor Allah, omdat Hij het wil. Hierdoor wordt het dragen van een hoofddoek een vorm van aanbidding, omdat je het voor Allah doet. Een vrouw met een hoofddoek die hiervan bewust is, verricht als het ware de hele dag aanbidding. Iedere seconde dat ze haar hoofddoek draagt, wordt toegeschreven alsof ze aanbidding verricht. Dit is een grote gunst die Allah aan de vrouwen heeft geschonken. Het ervaren van een kleine moeite op deze wereld door het dragen van een hoofddoek, zal in het hiernamaals resulteren in een grote beloning.” De meeste hijab dragende moslima’s vertellen dat ze dat uit eigen wil doen. Maar de uitleg geeft duidelijk aan dat het geïnterpreteerd moet worden als de wil van Allah. Zo krijgt de hele islamitische gemeenschap zeggenschap over hoe vrouwen zich dienen te gedragen want het is een gezamenlijk belang dat Allah’s wil wordt gevolgd. Dat is echter niet het grootste probleem.

Het grootste probleem, en dat geldt niet alleen agentes die een hijab willen dragen, is de vraag waar de loyaliteit eigenlijk ligt. Een agente die beroep doet op een islamitische plicht die in de koran verwoord is, kan geacht worden ook de rest van de koran serieus te nemen. Daar ligt vervolgens het grote probleem. Een agente met een hoofddoek op zegt eigenlijk dat haar loyaliteit bij de islam ligt als het er op aan komt. De kernzin uit de koran is: “En bestrijdt hen totdat er geen vervolging is en de godsdienst geheel voor Allah wordt. Maar als zij ophouden dan ziet Allah voorzeker hetgeen zij doen” (soera 8, vers 39). De agente die vanwege de koran een hijab wil dragen, neemt dat dus ook serieus. Bij deze kernzin uit de koran horen nog vele andere zoals: “Vechten is je geboden ofschoon je er afkerig van bent; maar het kan zijn, dat je tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor je is en het kan zijn, dat je iets behaagt terwijl het slecht voor je is. Allah weet het en jij weet het niet” (soera 2, vers 216). Hoe kun je een agent(e) vertrouwen die met dit soort bevelen is opgezadeld en vreest de hemel te missen als daar geen gehoorzaamheid aan wordt getoond. Dan gaat het ook om partijdigheid. De kans dat ze ‘per ongeluk’een terrorist laat ontsnappen bijvoorbeeld. 

Er zijn vele redenen om het door de Rotterdamse agente aanhangig gemaakte geschil af te wijzen. Niet alleen de hoofddoek is in het geding, maar vooral ook de onzekerheid waar de uiteindelijke loyaliteit ligt. Dat geldt niet alleen voor agenten. Het geldt voor alle functies waarin het bevorderen van de islam en het bevoordelen van moslims tot de taakmogelijkheden behoort. Om deze reden horen moslims als sollicitant ‘gediscrimineerd’ te worden. In gevoelige functies zijn ze uiteindelijk niet te vertrouwen zoals ook in het Amsterdamse deradicaliseringsschandaal is gebleken, zoals ook is gebleken dat dienders vanuit hun eigen geloofsgroep onder druk kunnen worden gezet en corrupt worden.

Pleiters voor diversiteit zijn naïef. Alleen de islam heeft daar belang bij. Maar het zal nog wel een aantal jaren en de nodige schandalen duren voordat het algemeen wordt in gezien.




Geen opmerkingen: