maandag 18 september 2017

Ons koloniaal verleden en de beeldenstorm

                                                                         
Jan Pieterszoon Coen, omver gehaald, maar weer op zijn plaats gezet
We hadden er begrip voor toen de standbeelden van Stalin en Saddam Hoessein omver getrokken werden. Het waren geen herinneringsbeelden of eerbetoon voor verdiensten. Ze werden opgericht als persoonsverheerlijking van dictators nog tijdens hun bewind.
Nu ons via standbeelden de in brons gegoten geschiedenis van Nederland ter discussie wordt gesteld, voelen we ons ongemakkelijk. Het gaat niet alleen om standbeelden.  Ook het beeld van Zwarte Piet was aan discussie onderhevig en wordt nu gaandeweg vervangen door een kleurenpiet. De goede man had nooit iets te maken met slavernij, maar actievoerders wisten hem tot symbool te maken van het Nederlands aandeel in de slavernij.

Als er een initiatief zou komen om een standbeeld voor Adam, de vader van de mensheid volgens velen, op te richten, zou er ook discussie ontstaan. De man was fout. Hij had die appel nooit moeten aannemen. Dankzij hem leven we nu in een tranendal in plaats van in het paradijs.

anti-homo
Discussie ontstond ook over het standbeeld van Abraham Kuyper in Maassluis. In 2006 wees de gemeenteraad het plaatsen van zijn standbeeld nog af. De man was immers nogal anti-homo geweest en dat konden we de hedendaagse homo’s toch niet aandoen. In 2008 kwam het er toch en niemand heeft het meer over zijn anti-homogezindheid.  We weten wat ons verleden was en niemand ziet het standbeeld van Kuyper als een verheerlijking van de anti-homogeschiedenis of als opwekking om weer anti-homo te zijn. Katholieken hadden ook kunnen protesteren. Kuyper was immers de voorman van een christelijke stroming die een paar eeuwen het katholieke volksdeel onderdrukte vanwege de vermeende trouw aan Rome.

De discussie over het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen op het mooiste plein van Hoorn heeft geleid tot een piepklein bordje op de sokkel. Daar staat op dat hij omstreden is. Alsof we dat vandaag de dag niet weten. Nu gaan er ook stemmen op om de tunnel die zijn naam draagt van een andere naam te voorzien. Alsof die naam een verheerlijking zou zijn van het verleden of een opwekking om onze vloot er op uit te sturen om weer eens een kolonie te veroveren. We  weten wie Coen was, hij behoort tot ons verleden.

Als de gewetensvollen en actievoerders consequent zijn, moet ook de Amsterdamse grachtengordel, voor hen een monument van het ‘roofkapitalisme’, worden gesloopt of voorzien van bordjes die vermelden dat ze een verleden vertegenwoordigen dat niet zo mooi was. De actievoerders noemen de ‘gouden eeuw’, niet voor niets de ‘grauwe eeuw’.

Het bekijken van het verleden door de bril van vandaag heeft iets calvinistisch. Veel dingen die in het verleden algemeen geaccepteerd werden, zouden we vandaag niet willen herhalen. Moeten we die vooruitgang vieren door de beelden van het verleden te laten verdwijnen of bekladden? We erkennen het verleden. Voor de homo’s is er een monument en dat is er ook voor het slavernijverleden.

De geschiedenis herschrijven vanuit een hedendaagse bril kan geen aanleiding zijn om de hedendaagse Nederlander te laten boeten voor wat zijn voorvaders nog normaal konden vinden. Wie daar toch naar streeft of actie voor voert, zit fout. Een erkend verleden moet genoeg zijn om te stoppen met zeuren.

De goede vraag is natuurlijk: waarom zeuren ze eigenlijk?

Die vraag probeer ik morgen te beantwoorden




1 opmerking:

Droplul zei

Die zeikerds moeten altijd wat te klagen hebben.