dinsdag 28 juni 2016

Samsom en Pechtold zeggen het vertrouwen in de kiezer op, wat nu?

                                                                       
van de zwakheid van het huidige politieke bestel

Na verkiezingen hoor je iedere partijleider zeggen dat de kiezer altijd gelijk heeft. Die mantra wordt bij elke verkiezing weer herhaald. Ik heb nooit geloofd dat ze het echt meenden, het is vooral een zelftroost voor partijen die hebben verloren. Na de verkiezingen is de kiezer zijn stem kwijt. Hij heeft niet op een partij gestemd, maar op een verkiezingsprogramma. In Nederland gaan de partijen als eigenaren aan de slag om het partijprogramma te realiseren en sluiten om aan de regering deel te kunnen nemen compromissen die de kiezer lang niet altijd kunnen bekoren. Regeringspartijen krijgen zo bijna een blanco mandaat. Dat zou anders moeten.

Het huidige democratische bestel beschouw ik als versleten en uit de tijd. Een partij die dat al vroeg inzag, D’66, had interessante ideeën voor vernieuwing. Toen Terlouw aantrad werden die opgeborgen in het naaimandje en zijn opvolger Pechtold zette het naaimandje vervolgens op zolder. Alleen al met zijn narcistisch charisma en zijn afkeer van mensen die bij verkiezingen hun vertrouwen aan ‘populistische’ partijen gaven, wist hij de partij weer op de been te krijgen met het Pechtoldisme. Nu er stemmen opgaan voor een referendum over het vertrek van Nederland uit de Europese organisatie, is hij er als de kippen bij om zijn achterban van welbedeelden te bedienen met een ferm ‘nee’. Dat gaan we niet doen, dat is niet in ons belang, zo’n referendum komt er alleen over mijn lijk want het volk is niet te vertrouwen!

Samsom viel hem bij. Hebben we net zo hard gewerkt om Nederland weer op poten te krijgen en dan zal straks zo’n stel tokkies zonder verstand Nederland naar de gallemiezen helpen door voor een Nexit te stemmen. Gaan we niet doen! De partij die in de polls nog maar een mini-partijtje is, maakt zich, nu het nog kan, breed voor een ferm nee. Gaan we niet doen!

Het Oekraïne-referendum lijkt politici, Samsom en Pechtold voorop, maagpijn te hebben bezorgd. ‘Dat nooit weer’, lijken ze te zeggen. Ze drukken daarmee een voorkeur uit voor een technocratisch bestel boven een democratisch bestel. Zo zullen ze dat niet zeggen. We kunnen echter beter kijken naar wat ze willen en doen, dan naar de vage politieke statements waar ze zich achter plegen te verbergen. Alleen nu de  Haagse  en Brusselse macht bedreigd wordt, zijn ze ineens glashelder.

De vertrouwensbreuk die zich aftekent tussen politici en het volk staat al een aantal jaren op de agenda van politieke partijen. Het heeft nooit tot iets van betekenis geleid. In den Haag zijn ze kennelijk bang voor veranderingen die de kiezer meer macht geven. Nu de kiezer (volgens de peilingen) grote interesse blijkt te hebben voor een Europa-referendum, gaan Samsom en Pechtold er dwars voor liggen. Omdat ze geen vertrouwen in de kiezer en een mogelijke uitslag hebben.

Als de kiezer buiten de momenten van verkiezingen wil spreken, hebben ze dat liever niet. Het wantrouwen van het volk ten opzichte van politici, blijkt een tegenhanger te hebben in het wantrouwen van politici in het volk. Er zit maar één ding op. Het volk zal hen een referendum door de strot moeten duwen. Het volk is de baas, niet de politici.

In België en Nederland is een Referendumpartij actief. De kraamkamer van de democratie bevat meerder veelbelovende initiatieven. Met een beetje goede wil moet er met de inzet van het Forum voor Democratie, GeenPijl en vele anderen, waaronder teleurgestelde leden van D’66 en de PvdA, toch kunnen lukken om een Nederlandse Referendum Partij van de grond te krijgen die naar Zwitsers voorbeeld en met andere democratische vernieuwingen het politieke bestel grondig wijzigt. De tijd is er rijp voor en de steun voor vernieuwing schat ik op massaal.

Van de oude partijen is geen initiatief te verwachten. Net al vele anderen heb ik al jaren geen favoriete partij meer. Stemmen is bij mij al jaren een keuze zonder overtuiging. Weinigen voelen zich nog geroepen om lid van een partij te zijn. De fut is er uit. Een grondige vernieuwing van het politieke bestel en van politieke ideeën is waar een meerderheid in Nederland op zit te wachten!


maandag 27 juni 2016

“Het ergste moet nog komen!”

                                                                   
Zalig zijn de sterksten zonder moraal

“You ain’t seen northing yet”, sprak een belangrijk man van een belangrijke Europese denktank in de uitzending van Nieuwsuur en bleef daar onbewogen bij. Ook de interviewende Twan Huys bleef er onaangedaan bij. Als de man verteld had dat we een natte zomer zouden krijgen, hadden we waarschijnlijk meer van Twan’s emoties kunnen zien. De boodschap van de belangrijke man van de belangrijke Europese denktank was dat hun onderzoek liet zien dat het ‘populisme’ nog steeds groeiend was en voor talrijke verrassingen zou kunnen zorgen. Dat moet koren op de molen van Alexander Pechtold zijn geweest. In een paginagrote advertentie laat hij vanmorgen weten dat Nederland op D’66 kan rekenen in de strijd tegen het ‘populisme’. Dat is precies de verkeerde reactie.

Met ‘populisme’ wordt de onvrede bedoeld die gekanaliseerd wordt door partijen die de bestaande orde willen veranderen en hun populariteit danken aan de onverbloemde wijze waarop ze dat agenderen. In Nederland is het vooral D’66 dat de strijd tegen het ‘populisme’ aanbindt. Niet mijn D’66 . Met heimwee denk ik terug aan de tijd dat de partij onder leiding van mensen als Hans van Mierlo en Anneke Goudsmit de bestaande orde wilden veranderen. Als het ze gelukt zou zijn, zouden we in een iets ander en democratischer Nederland leven. Pechtold nam de partij na een historisch dieptepunt over, goot bleekwater over alle mooie principes en vormde de partij om tot een ledenclub van politiek correct Nederland.

“Wordt lid, Juist nu!” tettert de advertentie: “Om Nederland te beschermen tegen de populisten en tegen andere partijen die in hun kielzog meelopen”. Daarmee kiest D’66 voor de polarisatie die de partij anderen verwijt. De als ‘populistisch’ aangeduide partijen maken de onvrede zichtbaar. Ook D’66 zou iets met die onvrede moeten doen. Maar onder leiding van de zelfingenomen voorman wenst de partij de onvrede te negeren, want naar ‘tokkies’ hoef je niet te luisteren. Precies daar zit de vergissing. Ook voor D’66 zal het ergste nog moeten komen.

De bestaande onvrede over de gang van zaken en de twijfel over de koers bestaat ook onder veel mensen met een goede opleiding en een goede baan. Ook hun geluid wordt langzaam maar zeker sterker. Ze weten het beter te verwoorden dan de vaak in ongeremde volkse uitspraken gedaan wordt, maar het komt vaak op hetzelfde neer. Het zijn de gewetensvolle mensen die zich zorgen maken over de grote verdeeldheid op veel terreinen en zien waar het spaak loopt.

Van Christopher Lasch werd kort na zijn dood in 1994 zijn laatste boek The Revolt of the Elites and the Betrayal of Democracy”gepubliceerd. Lasch, die eerder bekend werd van zijn boek: “The culture of Narcissism” (1974), verdient herlezing omdat zijn onvrede als een vroeg signaal gezien kan worden voor wat nu breder gevoeld wordt. De neo-liberale en neo-kapitalistische cultuur sinds het Reagan/Thatcher-tijdperk heeft een samenleving van concurrerende individuen geschapen. De samenleving is er een geworden van de ‘suvival of the fittest’ en de strijd om zo goed mogelijk te overleven haalt bepaald niet het beste in mensen naar boven. The Revolt of the Elites and the Betrayal of Democracy, kan gelezen worden als een voorspelling van de opkomst van het huidige D’66 als een van de partijen van een elite die vanuit de eigen belangen een stempel op de samenleving wil drukken en op narcistische wijze haar tegenstrevers veroordeelt.

Groepen vallen uit elkaar als de leiding niet meer wordt vertrouwd. Zo gaat het ook met samenlevingen. Gewetensvolle mensen dienen een motie van wantrouwen in en willen niet dat het op dezelfde manier verder gaat. De problemen die zichtbaar zijn bij de Engelse Conservatieven en de Labour partij zullen ook bij partijen in Nederland en andere Europese landen zichtbaar worden. “We ain’t seen nothing yet!”



zondag 26 juni 2016

Caroline de Gruyter in Nieuwsuur: ‘ik snap niet waarom het volk zo mort’

                                                                   
En wee degenen die gehoor geven aan populisten
“We hebben het nog nooit zo goed gehad en toch zijn er veel mensen ontevreden”. Caroline de Gruyter, NRC-correspondente voor Europa, trekt er een verbaasd gezicht bij als ze in Nieuwsuur haar mening over Brexit geeft. Ik ken haar niet zo goed, maar zo’n uitspraak is voor mij voldoende om haar een plaats te geven bij de narcistische elite die gramstorig reageert als het beeld van de wereld dat haar eigen is, wordt verstoord.

Ze zou tot de Romeinse elite behoord kunnen hebben die het arme volk tevreden probeerde te houden met ‘brood en spelen’. Ook toen zou ze geroepen kunnen hebben: ‘Jullie hebben het nog nooit zo goed gehad’. Volgens het Genootschap onze Taal werd de term ‘brood en spelen’ voor het eerst gebruikt door de schrijver Juvenalis, die kritiek had op de gang van zaken. “Juvenalis gebruikte de term brood en spelen sarcastisch: hij wilde ermee aangeven dat het Romeinse volk oogkleppen op had voor het verval van het Romeinse Rijk. Zolang er maar brood werd uitgedeeld en spelen werden georganiseerd, was het volk tevreden, en keek het niet verder dan zijn neus lang was.”

Er zijn wel overeenkomsten met de situatie van toen, maar die gelden niet voor het ‘volk van Europa’. Dat is niet tevreden met ‘brood en spelen’ en keert zich tegen de narcistische elite. Behalve brood en spelen wil het nog iets anders, iets wat De Gruyter, als exemplarisch voor de narcistische elite, volkomen ontgaat. De welvaart waar ze op doelt is niet gelijk verdeeld en gaat gepaard met veel onzekerheden. Welvaart is ook niet hetzelfde als welzijn. Het is ook niet het door populisten verleide volk (Pechtold!) dat ontevreden is. Wie niet ziet dat die ontevredenheid in alle lagen van de bevolking is aan te treffen, kijkt niet verder dan zijn neus lang is.

Het ‘volk’ is niet gek. Dat ziet al lang dat de narcistische elite armoedebuurten en nieuwbouwwijken verlaat en zich vestigt in of nabij de historische kern van steden of zich vestigt in de meest rustieke plattelandsdorpen. De elite heeft zo haar eigen manieren om de ongemakken die de globalisering met zich mee brengt te compenseren. Die kiest voor de meest historische plekken die uitdrukking geven aan de nationale identiteit. De globalisering verschaft vooral de elite ‘brood en spelen’ maar paradoxaal genoeg ontvluchten ze die ook.

Het ‘volk’ is niet gek. Terwijl hun straat, hun buurt, hun wijk, hun stad, hun dorp verandert door de instroom van mensen met een andere cultuur, verschanst de elite zich in enclaves die opzichtig blank blijven en geeft tegelijkertijd af op het volk dat mort omdat huurwijken niet meer zijn wat ze waren. Het volk wordt ontevreden gemaakt door populisten (Pechtold!) zegt de elite die de ‘xenofobie’ en  ‘islamofobie’ ziet groeien en die veroordeelt. Het is al weer een paradox die de elite laat zien bij wat ze doet en wat ze zegt.

Het ‘volk’ is niet gek. Dat ziet hoe de elite zich met de globalisering verrijkt en met juristen de wetten in hun belang uitleggen. Ze ziet hoe de elite door haar netwerken meer te zeggen heeft hoe belastinggeld wordt verdeeld en hoe de elite de globalisatie met duur betaalde advocaten benut om zo weinig mogelijk belasting te betalen. Alweer een paradox.

Het ‘volk’ is niet gek. Het is niet tevreden te stellen met ‘brood en spelen’ en heeft geen oogkleppen op zoals Juvenalis over het Romeinse volk beweerde. Het ‘volk’ is de opzichtige leugens van de elite meer dan zat. Laat mevrouw de Gruyter dat zich in de oren knopen want de ontevredenheid is een waarschuwing aan de besturende elite en de media. Brexit is een signaal.

De solidariteit van de elite met het volk is aan het verschrompelen. De elite zou er voor het volk moeten zij  en niet andersom.




zaterdag 25 juni 2016

Brexit en het naderende einde van het politiek correcte denken

                                                                     
Politieke correctheid sluit het verstand af voor de werkelijkheid en het hart voor de waarheid
   
Het lezen van kranten is deze dagen een waar feest. Vergelijk bijvoorbeeld eens wat ze vóór Brexit en ná Brexit schrijven. Ná Brexit heeft een hoog gehalte aan het dempen van de put nadat het kalf verdronken is. Niet méér Europa, maar een beter Europa, wordt ons voorgeschoteld door dezelfden die dat vóór Brexit niet als een harde conclusie trokken. De hardcore eurofielen zijn nog niet zo ver en dopen hun pen in azijn. Voor hen is het ‘populisme’ de zondebok en referenda zijn slecht. Ik zoek de zondebok in het postmodernisme dat een nieuw dualisme tussen hart en hoofd schiep waar eigenlijk niet mee te leven valt.

Vanochtend zocht ik bij het openslaan van de Volkskrant het eerst naar de column van Martin Sommer. De laatste jaren ben ik een fan van hem geworden. Vandaag opent de Volkskrant haar Opinie&Debat-pagina met zijn column en dat is een eer die hem, als ik het me goed herinner, niet eerder te beurt is gevallen. “Brussel is diep gevoelde inbreuk op ons denken en doen”, schrijft Sommer in zijn artikel met de titel: ‘Een conservatieve revolutie’. Sommer grijpt terug op Tocqville en beschrijft de stroming die Brexit veroorzaakte als een tegenhanger van de ‘Franse Revolutie’. De betekenis van ‘Gelijkheid en Broederschap’ strekt zich voor de meeste mensen niet uit tot mondiaal niveau en iedereen. “Het onbehagen staat al jaren op het menu.”, schrijft Sommer en vervolgt die constatering met: “Maar het Europese midden slaagt er alsmaar niet in woorden te vinden die hout snijden. Juristen en economen domineren van oudsher het Europadebat, en in hun optiek is het onbehagen eenvoudigweg geen categorie.”. Dat onbehagen, ook wel smalend ‘onderbuikgevoelens’ genoemd door de politiek correcten, weet Sommer wel goed te verwoorden: “Zeden zijn manieren van denken, doen en voelen. Ze gaan vooraf aan wetten, zijn ongeschreven en daarom moeilijk grijpbaar. (….) Zeden zijn ingebed in het verleden en hebben een sterke morele dimensie: zo doen wij dingen.”

Er zijn helaas nog te veel opiniemakers die het helicopterniveau van Sommer niet halen. “Dit was een stem tegen globalisering” luidde het hoofdcommentaar in de NRC van gisteren dat er de volgende conclusie aan verbond: “Een overwinning van kortzichtig nationalistisch populisme, dat aan twee kanten van de Atlantische oceaan in opkomst is. De NRC is bepaald niet de enige die zich politiek correct blijft verzetten tegen het erkennen van de ‘zeden’ van Martin Sommer. De Volkskrant heeft daar Bert Wagendorp voor. Die schrijft in zijn column vandaag: “Het volk op De Eilanden liet zich door politieke rattenvangers als lemmingen naar de rand van de afgrond voeren (…)”. Wagendorp is op zijn best als hij zijn postmodernistische gal spuugt. In zijn ‘postmoderne bubbel’ ontgaat het hem echter dat juist het postmodernisme het belangrijkste probleem vormt in deze woelige tijden.

Het postmodernisme heeft ons onzeker gemaakt. Het heeft ons geleerd dat we onze natuurlijke instincten en aangeboren ‘zeden’ niet meer mogen vertrouwen en dat zelfs ook de woorden die we gebruiken onbetrouwbaar zijn. Het heeft een vlucht veroorzaakt naar het ‘veilige’, politiek correcte denken dat een zaak van het hoofd is, maar niet van het hart. Aanhangers van het politiek correcte zijn gedwongen te leven met een valselijk beeld van de werkelijkheid. Het hart is onbetrouwbaar en daarmee staat het dualisme weer helemaal op de kaart. We zijn daarmee terug bij Plato, Augustinus en Descartes. De tegenwoordig alom geëerde Spinoza herstelde in de zeventiende eeuw de orde en bracht hart en hoofd weer als onafscheidelijk bij elkaar zoals Sommer dat vandaag in de Volkskrant op zijn eigen wijze doet. Het zijn profeten die in eigen land nog onvoldoende worden geëerd.

Europa is niet de zondebok, noch zijn haar leiders en supporters dat. Ze hebben zich, om de woorden van Wagendorp te hergebruiken, door de rattenvangers van het postmodernisme als lemmingen naar de afgrond laten leiden en nemen iedereen mee in de postmoderne waan van de dag.

Als er één conclusie moet worden getrokken is het wel dat de menselijke maat en zeden weer leidend moeten worden. Weg met het postmodernisme en de daarmee samenhangende dualiteit van lichaam en geest. Ze zijn één!









vrijdag 24 juni 2016

Brexit en de bedreigde elite

                                                                     
Het eerste schaap is over de dam

Gisteren ging ik slapen met de gedachte dat het Bremain zou worden. Vanmorgen bleek het Brexit te zijn geworden. Het voelde een beetje als een schok. In een weddenschap had ik een beetje geld op Brexit gezet. Nu ik die heb gewonnen voelt het toch een beetje als een kater. Brexit zal de wereld opschudden. Ik moest denken aan Hendrik VIII die in 1534 met Engeland zich losmaakte van de dominante katholieke kerk die over heel Europa heerste. De op gang gekomen reformatie won daardoor aan kracht.

De komende dagen zullen we de nodige analyses over ons heen krijgen. Ik ben vooral benieuwd hoe de eurofiele elite gaat reageren. Toen Brexit nog een dreiging was, beschreven ze het als een project van populisten, een kwestie van emoties in plaats van verstand en luidden ze de noodklokken voor het geval het Brexit zou worden.

Brexit zie ik echter als het falen van de Europese elite die niet in staat is geweest de onderstroom te lezen en daar rekening mee te houden. In plaats daarvan veroordeelden ze die onderstroom als een opstand van het gepeupel. Het is dezelfde manier waarop de elite altijd reageert. Standpunten die ze niet bevallen, krijgen een negatieve beoordeling en niet zelden in de vorm van een veroordelende omschrijving van gedrag. De gebruikte scheldwoorden zijn signalen van een zich al langer bedreigd voelende elite de tegenstroom ziet groeien.

Hendrik VIII besloot niet in zijn eentje om de katholieke kerk te verlaten. Dat zou ook niet gebeurd zijn als in zijn omgeving en onder het volk al niet dezelfde gevoelens leefden. Het zou me niet verbazen als indertijd ongeveer dezelfde verhouding bestond als bij het nu gehouden referendum. Tweeenvijftig procent voor het gedag zeggen van Rome en achtenveertig procent voor trouw aan Rome. Je ziet het nu nog terug in de Anglicaanse ‘High Church’ en ‘Low Church’. In plaats van over Rome gaat het nu om Brussel.

Brexit zie ik als een opstand van het gewone volk dat zich verzet tegen de elite en met name ook tegen de Britse elite die net als overal elders de lasten van haar beleid afwentelde op het volk. Dat morde al langer, maar werd genegeerd en weggezet. De patriarchale elite denkt niet inclusief maar ziet vooral toe op haar eigen belangen en inzichten. In Nederland is D’66 daar de meest herkenbare vertegenwoordiger van. Brexit lijkt me een waarschuwing te zijn voor Europa en de rest van de wereld. Brexit is de eerste beving van een zich opbouwende aardschok. De gevolgen zijn nog niet overzienbaar, maar in Nederland bijvoorbeeld zal Nexit aan kracht winnen.

Toevallig of niet heeft de Volkskrant vandaag een uitvoerig artikel met de kop: We beleven eentransitie als in de Renaissance. Het artikel is van de hand van Thomas Friedman die in de kolommen van de Volkskrant een graag geziene gast is. Friedman wijdt zijn artikel aan de bespreking van een boek waarin gesteld wordt dat de boekdrukkunst de Renaissance mogelijk maakte en dat de informatierevolutie een nieuwe Renaissance inluidt.

De periode die als Renaissance wordt aangeduid kennen we tegenwoordig beter door de schone kunsten uit die periode dan door de woelige tijden die er destijds heersten. Tegenwoordig leven we in woelige tijden en dat zal nog wel een tijdje aanhouden. De wereld zoekt naar een nieuw evenwicht en dat gaat niet zonder schokken. Die schokken zijn wellicht ook nodig. Er dienen nieuwe antwoorden te worden gevonden op de haperende democratie, op de verhouding met Rusland en het Midden-Oosten, op de migratie en de aard van de islam, op de verdeling van de welvaart en op de vraag hoe Europa er in de toekomst zal moeten uitzien.

Update: Treffender kan mijn betoog niet geïllustreerd worden dan met de kop die de Volkskrant koos voor een artikel:
Brexit: Britse onderklasse rekent af met gevestigde orde





donderdag 23 juni 2016

Allochtonen bij de politie, het waarom van de moeizame relatie

                                                                     
en daarom snap ik weinig van Nederland

Volgens de laatste gegevens bedraagt de instroom van allochtonen bij de politie ongeveer tien procent. Afgezet tegen het landelijk percentage allochtonen is dat zo slecht nog niet. Dat er zich ondanks dat een tekort voordoet heeft te maken met de hoge uitval. Politiechef Erik Akerboom vertelde gisteren in Nieuwsuur dat hij met het oog op een bredere diversiteit bij de politie naar een instroompercentage van vijfentwintig procent streeft. Ik nam aan dat hij zo hoog gaat zitten in de hoop op meer ‘blijvers’.

In Nieuwsuur van 22 juni ontving presentator Twan Huys de nog bijna hagelnieuwe politiechef Erik Akerboom en onderworp hem als een inquisiteur aan een kruisverhoor. Waarom lukt het de politie al langdurig niet om op straat een divers gezicht te laten zien en ligt dat soms aan de blanke dominantie in het politiekorps?, waren zo’n beetje de vragen van Twan Huys. Akerboom bleef onverstoorbaar diplomatieke antwoorden geven. Bij dit nieuwsitem kreeg de kijker een gekleurde versie van de situatie voorgeschoteld. De vraag waarom allochtonen vaak weer de politie verlaten werd middels een ingelast interview eenzijdig beantwoord. Blanke agenten maken veel makkelijker promotie mocht een vetrokken ex-politieman zeggen. Dat is een halve waarheid.

Twan Huys is niet mijn favoriete presentator bij Nieuwsuur. Zijn blik op de wereld is sterk gekleurd door de jaren die hij als correspondent in Washington en New York verbleef. Het ‘racismedebat’ heeft in Amerika echter een geheel eigen achtergrond en geschiedenis die niet zomaar op de Nederlandse situatie kan worden geplakt. Dat lijkt Huys echter voortdurend te doen. Ook bij dit nieuwsitem krijgt de blanke politieman eenzijdig de schuld, zijn allochtonen het slachtoffer en doet de leiding niet genoeg haar best. Akerboom liet zich in een hoek drukken door de bevooroordeelde presentator.

Nieuwsuur is niet van het ‘nieuwe realisme’. Ze toont een wensbeeld en een eenzijdige visie op de realiteit. Daarmee draagt de staatsomroep niet bij aan een gewenste oplossing van de problemen.

De politiewereld staat bekend om zijn harde interne cultuur. Wie daar niet in mee kan komen, redt het niet. Precies daar schuilt het probleem waar allochtone nieuwkomers bij de politie tegen aan lopen. Heel veel van die nieuwkomers zijn feitelijk onvoldoende geïntegreerd om te kunnen slagen bij de politie. Degenen die het wel gered hebben zouden een rolmodel moeten zijn bij de werving van nieuwe allochtone agenten.

Het probleem wordt veroorzaakt door hardnekkige culturele verschillen. Allochtonen zijn veel meer dan autochtonen gevoelig voor eer en reputatie. In een harde cultuur maakt ze dat kwetsbaar. Ze zijn sneller op hun teentjes getrapt of voelen zich eerder achtergesteld. Een goede analyse wordt zelden gemaakt. Allochtonen leggen de oorzaak bij hun ‘allochtoon’ zijn waarbij kleur en etniciteit volgens hen een rol zouden spelen. Dat het probleem wordt veroorzaakt door een andere cultuur en de daar aan verbonden gevoeligheden wordt weggerationaliseerd.
Een politieagent die met cultureel bepaalde gevoeligheden reageert, valt snel uit de boot. Dat heeft een gevolg voor vertrouwen, taaktoewijzing en promotie. De neiging om voor het eigen tekortschieten een externe verklaring te zoeken, is groot. “Het wordt me niet gegund”, is het gevoel van miskenning.

De situatie bij de politie kan als exemplarisch worden gezien voor allochtonen die het ook elders in de beroepensfeer niet redden. Het cultureel ‘anders’ zijn zorgt op de werkvloer regelmatig voor ongelukken. Die komen het vaakst voor waar sprake is van een harde cultuur.

Voor de Twan Huysen van deze wereld, zou het cultureel ‘anders’ zijn er niet toe mogen doen. De blanke politieman zou in dat model een beter mens moeten worden dan hij kan zijn. En met dat (marxistisch) model groeien we steeds verder van een werkzame oplossing af. Integreren vanaf de vroegste jeugd is de oplossing voor allochtonen die een volwaardig en geaccepteerd lid van de samenleving willen worden. Zonder culturele integratie zullen de problemen en spanningen in de samenleving alleen maar blijven toenemen.




woensdag 22 juni 2016

Over krom denken na een dagje Spinoza met een vluchtelingendochter

                                                                   


Het begon met een postzegel ergens in de jaren zeventig. Een mooi ontwerp dat bij mij de vraag wekte: ‘wat weet ik eigenlijk van die man?’ Die vraag bleef sluimeren en ging nooit weg. Dan komt er zo’n moment dat je in een goed gesorteerde boekwinkel een boek van hem ziet staan en dat spontaan koopt. Zoals dat wel vaker bij mij gebeurt groeide dat uit tot een hele plank ‘Spinoza’. Mijn enthousiasme om over hem te vertellen sloeg niet overal aan. Maar wel bij een dochter uit een vluchtelingengezin met aanleg voor filosofie. Ze gaat geen vraag uit de weg. Gisteren loste ik een oude belofte in. Op bezoek gaan bij het Spinozamuseum in Rijnsburg.

Filosoferen is eigenlijk niet veel meer dan minder alledaagse vragen stellen en op zoek gaan naar antwoorden. Je hoeft er geen filosoof voor te kennen. Op zijn tijd doen we het allemaal. De mens is een denkend wezen met vragen die vaak groter zijn dan hij eigenlijk aankan. Sommigen kunnen dat beter dan anderen. Spinoza vroeg zich af ‘wie en wat is god?’ en kwam met een verrassend antwoord: ‘god is natuur en beantwoordt aan natuurkundige wetten’. Vergeet maar dat er wonderen mogelijk zijn, was zijn boodschap. In de nog sterk religieuze zeventiende eeuw sloeg menigeen de schrik om het hart en als je iemand verdacht wilde maken volstond het al om hem een ‘spinozist’ te noemen. Tegenwoordig gebruiken we daar termen ‘íslamofoob’ of ‘xenofoob’ en 'racist' voor.

Hoewel zijn motto ‘caute’ (wees voorzichtig) was, kan Spinoza als een durfal beschouwd worden als het op denken aankwam. Hij ging uit van de mens zoals die is en niet zoals die zou moeten zijn.  De natuurkundige Einstein, ook al zo’n durfal, bezocht ooit hetzelfde museum als waar wij waren. Van hem is de uitspraak bekend: ‘Ik geloof in de god van Spinoza’. De filosoof staat tegenwoordig weer volop in de belangstelling. Daar hecht ik betekenis aan, al is het niet goed te verklaren. De hernieuwde belangstelling hangt denk ik samen met de vraag wie we willen zijn, een vraag die in deze verwarrende tijden weer om een nieuw antwoord vraagt omdat de vanzelfsprekendheid achter ons ligt.
                                                                 
De confrontatie met de islam is een van de oorzaken die verwarring teweeg heeft gebracht. Spinoza heeft de antwoorden, al zullen we die vanuit de bestaande situatie opnieuw moeten doordenken en formuleren. Bij de filosoof van de vrijheid vond ik maar één zin waarin de islam werd genoemd. Van alle religies heeft de islam haar gelovigen het best onder controle, schrijft hij in zijn ‘Theologisch-politiek traktaat’. Het is geen verdwaald zinnetje want Spinoza schrijft over de belemmering van het vrije denken die wordt veroorzaakt door de afgedwongen conformiteit aan voor eeuwig gestolde theologische ‘waarheden’. Het was geen nieuw thema in de filosofie. Al in de twaalfde eeuw probeerde Averroes (Ibn Rushd) de wetenschap te bevrijden uit de theologische gevangenschap. Het is hem niet gelukt. Zijn tegenstrever Hamid Al-Ghazali vond dat de islam geen behoefte had aan filosofen omdat die alleen maar verwarring zaaiden. Die opvatting overheerst nog steeds binnen de orthodoxe islam. Averroes kunnen we echter in Europa zien als een van de voorvaders van Spinoza.

Die orthodoxie leidt tot een wangedrocht als het om denken gaat. Antwoorden moeten worden gevonden binnen een gesloten twaalfde-eeuws denksysteem en tarten daarom alle wetten van de logica. Je merkt dat in discussies met orthodoxe moslims. Je loopt altijd weer aan tegen hun ijzeren ring van standaard antwoorden. Het leukst is altijd als moslims zeggen: ‘Ik mag denken wat ik wil want in Europa is er vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting’. Noch de vrijheid van godsdienst, noch de vrijheid van meningsuiting is goed begrepen in die opvatting. In geen enkele discussie gaan ze buiten de islamitische ‘catechismus’ met voorgeschreven antwoorden. Averroes beschreef het in de twaalfde eeuw al als ‘wartaal van verwarden’.

In de ontmoeting met de islam raken we in de war. Dat komt omdat de tegenwoordige mensenrechten verabsoluteerd worden en een ijzeren ring vormen om ons denken. We geven godsdienstvrijheid aan een religie die vrijheid van godsdienst niet toestaat. Kan het krommer?

Gisteren voelde ik dat Spinoza zich omdraaide in zijn graf en de vluchtelingendochter voelde dat ook. Hij kan ons alleen nog via zijn boeken toeroepen dat het de bestemming van de mens is om vrij te zijn. De vluchtelingendochter en ik kochten uit het bescheiden boekenstalletje allebei een boek. De wereld heeft behoefte aan Spinoza en aan durfals die hem in hedendaagse antwoorden kunnen vertalen.


Uit mijn nieuw aangekochte boek: 'Spinoza. Vijf wegen naar de vrijheid.' Van Martin van Buuren.

"Zelfbeschikking wordt bevochten op instanties die gezag over ons uitoefenen: ouders, kerk, autoriteiten. Het recht om over onszelf te beschikken is afhankelijk van de macht die we in staat zijn te ontplooiien, want macht is recht, zegt Spinoza in een van die verbluffende stellingen waarvan de reikwijdte nauwelijks is te overzien."




dinsdag 21 juni 2016

Tot mijn verrassing lezen ook moslims dit blog

                                                                             
Wie is hier nu idioot

“Ik lees je blogs”. Het werd gezegd bij een ontmoeting die over iets anders ging en daar bleef het niet bij, “Vraag je jezelf nooit af hoe het komt dat je zoveel moslims kent en aardig vindt en toch zulke blogs schrijft? Het is dat ik je ken, anders zou ik gedacht hebben: weer zo’n 'idioot'!” Dat laatste woord gebruikte ze niet. Ik vulde het in toen ze aarzelend het juiste woord zocht.

Rare vraag, dacht ik achteraf. Ik schrijf ze immers ook voor hen. Sterker nog mijn visies zijn medebepaald door wat ze me toevertrouwen. Het is waar. Ik ken veel aardige moslims. Met een aantal verkeer ik zelfs op vriendschappelijke voet. Niet toevallig vallen ze allemaal onder de categorie die ik ‘katholieke moslims’ noem. Een beetje rare term wellicht. Maar zoals katholieken kunnen zeggen: “de paus kan me wat”, zijn het moslims die een persoonlijk geloof hebben ontwikkeld en dat naar eigen inzicht beleven. Van hen heb ik in de loop der jaren veel geleerd.

Ik hou niet van alle moslims. Ik heb een hekel aan letterknechten (in de koran staat dat….), zeloten, fanatici, fundamentalisten, salafisten, dwingelanden en hypocriet gespuis. De ‘katholieke moslims’ hebben van hen net zo veel te vrezen als ik of anderen die geen moslim zijn. De orthodoxe islam houdt niet van vrijzinnige moslims.

Ik kan wel wat met een moslim die tegen me zei: “Voor al de moslims die de islam boven hun Nederlander zijn stellen, zou je eigenlijk andere wetten moeten hebben. Die hebben eigenlijk geen recht op de vrijheid van godsdienst”. Dat is er een die heeft nagedacht en ook met lede ogen aanziet dat er beroep op de grondwet en mensenrechten wordt gedaan op opportunistische gronden, want eigenlijk erkennen ze die niet.

Ooit kreeg in van een Poolse vriend, die het weer van een Turkse zakenpartner had gekregen, een boek over Rumi, de vermaarde Perzische soefi en dichter. Een waarachtig humanist die het menselijke boven de regels stelde. Binnen de islam worden dat soort soefi’s tegenwoordig in veel landen als ketters beschouwd en vervolgd. De salafisten moeten er niets van hebben, ze beschouwen soefi’s als mensen die wanorde in het land brengen. Wanorde betekent in dit geval dat er maar één leer is en dat wie daar vanaf wijkt een ketter is.

‘Katholieke moslims moeten worden beschermd tegen de ‘calvinistische  moslims’. Natuurlijk bedoel ik hier het harde Calvinisme uit de zestiende eeuw. Calvijn hield ook niet van ketters en liet ze ombrengen.

Wie naar de geschiedenis kijkt en begrijpt weet dat de term ‘joods-christelijke beschaving’ slechts de halve waarheid bevat. Het waren de humanisten die zo ongeveer vanaf Erasmus de harde kant van religies stukje bij beetje ter discussie stelden en de Europese religies op die manier tot beschaving hebben gebracht. Dankzij de humanisten veranderde de gedaante van de christelijke god van een wraakzuchtige en onverzoenlijke heerser in een alles vergevende en dat proces is nog steeds gaande. Die god zou het prachtig vinden als we ook goede voet verkeren met mensen uit een andere religie.
De leerstellige islam heeft die ontwikkeling in de gebieden waar de islam heerst weten te voorkomen. Renaissance en Verlichting zijn aan de islam voorbij gegaan. Rumi is op onbekende wijze verdwenen. Andere humanistische beschavers als Avicenna en Averroës, werden vervolgd en zagen hun boeken op de brandstapel verdwijnen.

Vandaag heb ik niet veel tijd voor de kranten. Ik ga een bezoek brengen aan de plek waar Spinoza lange tijd heeft gewoond. Het is wat mij betreft een eerbetoon aan de man die als een van de belangrijkste humanisten kan worden gezien. Bepaald geen tolerant doetje. Hij kan gezien worden als een van de belangrijkste bestrijders van religieuze knechting en religieuze intolerantie. Als hij niet al eerder aan een ziekte was overleden, zou de Dordtsche Synode hem hebben veroordeeld als ketter. Dat zoiets vandaag de dag ondenkbaar is hebben we te danken aan de grote humanisten.

Voor mijn moslimse lezers nog een tip. Lees mijn blogs alsof ik die aan jullie schrijf en jullie, mijzelf en Nederland de idiote fratsen van degenen die de islam boven alles willen stellen, wil besparen. Ook jullie vrijheid wordt bedreigd.


maandag 20 juni 2016

Een vluchteling is ook een calculerende burger

                                                                       
Zullen ze dat over tien jaar ook nog roepen?
         
Het is vandaag ‘Wereldvluchtelingendag’. Geen feestdag, zolang er vluchtelingen komen is dat een teken dat het ergens niet goed gaat op de wereld. Op heel veel plaatsen gaat het niet goed en tegenwoordig geldt dat vooral voor de tribale islamitische wereld. Velen zien daar geen toekomst meer voor zichzelf en hun kinderen. Voor een aantal vluchtelingen is vluchten dan ook eigenlijk het ‘nieuwe emigreren’.

Als we Vluchtelingenwerk Nederland moeten geloven heeft iedere vluchteling een kapotgeschoten huis achtergelaten en een barre tocht achter de rug om in een veilig land aan te kunnen komen. Het is voor een belangrijk deel propaganda die tot doel heeft om de acceptatie van vluchtelingen in onze samenleving te vergroten. Wie er met zijn neus boven op zit, weet wel beter. Anders dan in de jaren negentig toen het overwegend om vluchtelingen ging die wegens vervolging in hun land een goed heenkomen moesten zoeken, zijn de meeste vluchtelingen nu ‘gelukszoekers’. Dat mag je in Nederland eigenlijk niet hardop zeggen. Maar ik ben van het ‘nieuwe realisme’, een in Nederland vervolgde groep, waarvan het stemgeluid wordt onderdrukt met verwensingen en verdachtmakingen.

Ik heb goede getuigen voor mijn conclusies. Over sommigen moet ik zwijgen omdat ze zich op een kwetsbare positie bevinden en hun baan niet in gevaar willen brengen. Mijn beste getuigen bevinden zich echter onder de groep van vluchtelingen uit de jaren negentig die zich afvragen of Europa ‘gek’ is geworden. Als geen ander kunnen zij beoordelen wie onvermijdelijke redenen heeft om te vluchten.

Van de stroom van vluchtelingen die de woelingen in de wereld veroorzaakt, zijn het de best gepositioneerden die Europa weten te bereiken. Ze hebben voldoende geld en zijn goed geïnformeerd. Ze trekken naar een beperkt aantal landen in Noord-West Europa, waar de voorzieningen en het sociale klimaat het gunstigst zijn. Ze weten dat je zodra je de grens met Europa hebt weten over te steken je volgehangen bent met rechten. Je krijgt zelfs een gratis advocaat toegevoegd om die rechten te behartigen. Zodra de media belangstelling voor je hebben roep je dat de asielopvang een teleurstellend zootje is, maar dat je hier bent gekomen om iets te betekenen voor het nieuwe vaderland. Laten we over tien jaar, in 2026, nog eens naar hen kijken.

Een van de ‘oude’ vluchtelingen gaf me het advies om de nieuwe vluchtelingen bij aankomst te voorzien van een boek met foto’s van gaybars, zoenende homo’s, meisjes met korte rokjes en een naveltruitje, naaktstranden, geëmancipeerde vrouwen met een stevig decolleté, door immigratie verpauperde buurten als toekomstige huisvesting en protesten tegen het grote aantal vluchtelingen. “Daar willen ze hun kinderen niet mee groot brengen”, verzekerde ze me, “die willen snel weer terug”. Ik vermeld het omdat het vrij nauwkeurig aangeeft welk probleem we in huis halen.

Maar eerst even iets anders. Ik heb niets tegen goed geïntegreerde immigranten. Ik ken er genoeg om te kunnen beweren dat ze hier een goed leven hebben en genieten van de vrijheden die ons land biedt. Je kunt je afvragen hoeveel uit de stroom die ons land binnenkomt daar over tien jaar bij zal horen. Een minderheid, voorspel ik. Een groot deel blijft hangen in de eigen cultuur en religie en heeft behoefte om de eigen sociale omgeving aan te passen aan wat ze thuis gewend waren. Met hen komt de islam en de politieke islam mee en de nagestuurde imams zullen integratie afraden omdat die strijdig is met het islamitisch geloof.


De Oost-Europese Visegrádgroep van landen die de islam buiten de deur willen houden heeft geleerd van wat er in Europa mis ging. In Europa zelf wil het maar niet doordringen dat de leer van de islam volledig in strijd is met grondwettelijke bepalingen en mensenrechten. Precies de bepalingen waarop vluchtelingen zich beroepen bij aankomst en waarvan een groot deel over tien jaar zal zeggen dat ze in strijd zijn met hun geloof. 

De Volkskrant liet vandaag vanwege 'wereldvluchtelingendag' het menselijk gezicht van vluchtelingen zien. Hoeveel mensen zullen bij het lezen beseffen dat er maar één kant van de medaille wordt getoond.

zondag 19 juni 2016

Bitterbrief over Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van de NRC, de krant voor politiek correct Nederland

                                                                   
Peter Vandermeersch die van de NRC een politiek correct krantje heeft gemaakt

Ooit had de NRC een prachtige reclameleus waarin beeld en tekst een mooie combinatie vormden. Een gepunte kroontjespen werd vergezeld door de tekst: ‘de NRC scherpt de geest’. Die reclame heb ik al een tijdje niet meer gezien. Vandaag de dag zou die ook niet meer kunnen. Het zou een vlag op een modderschuit zijn. Zelfs een titel als ‘de krant van wakker Nederland’ zou een te grote eer zijn. De krant is afgezakt naar een dagblad dat de geest afstompt en de lezer probeert over te halen om politiek correct te denken. Die neergang komt overeen met de denkbeelden over de taak van een krant die Vandermeersch uit België heeft meegenomen.

De term ‘bitterbrief’ heb ik overgenomen van de Belgische schrijver Piet de Moor die daarmee op 30 mei 2006 begon. Het is uiteindelijk een boek geworden. De Moor verwijt Vandermeersch dat in de Belgische kranten waaraan hij leiding geeft de maatschappelijke discussie steeds meer uit de weg wordt gegaan in plaats van daar leiding aan te geven. Een ander verwijt is dat Vandermeersch geen afstand neemt van het zich in België ontwikkelende totalitaire denken. In Nederland vroeg Erik de Vlieger zich al eens af of Vandermeersch de meest aangewezen man is om de krant te leiden.

In de kringen waar het journalistieke ‘nieuwe realisme’ heerst wordt de huidige NRC wel smalend de ‘NSB’ genoemd. Ik haat het aan WOII ontleend jargon dat onder de titel ‘Godwin’ kan worden samengevat. Het wordt gebruikt als verdachtmaking. Maar bij de vraag voor welke richting de NRC kiest in het maatschappelijk debat, is het als feedback niet helemaal misplaatst. Neem bijvoorbeeld het artikel uit de NRC van het afgelopen weekend met de titel ‘Terreuractie van Omar Mateen was typisch Amerikaans’. De man is een klassieke ‘lone wolf’ is de boodschap die de krant over brengt. Vandermeersch zal er blij mee zijn geweest. De huidige NRC houdt niet zo van kritiek op de islam. De leerstellige en voor homo’s fatale opvattingen van de islam over het anders geaard zijn, krijgen niet de aandacht die ze verdienen. Die leer wordt bedolven onder een grote hoeveelheid ‘faits divers’, mist diepte en biedt geen enkele troost aan de LHBT’rs die lijden onder de homofobie van religieuze fanatici en in toenemende mate onder die van moslims. Dat lijkt de krant nauwelijks te verontrusten. Het is de krant aan het worden van ‘fatsoenlijk’ en politiek correct Nederland waarvoor ik de D’66-burgers van IJburg gemakshalve maar even als model kies.

‘Steek de gek niet aan met je haatpreek’. Zo begint een artikel in Opinie&Debat van de deelredactie die het meest trouw aan Vandermeersch is. Wie denkt dat de titel de inleiding vormt van een artikel met diepte over de haatpredikers en de homofobie van de islam, heeft het grondig mis. ‘Retoriek heeft gevolgen’, staat er in het artikel dat Nigel Farage vanwege zijn anti-islam en anti-Europa denkbeelden op de wijze van farizeeërs aan het kruis nagelt en indirect verantwoordelijk stelt voor de moord op Jo Cox. Een smerig artikel, ik heb er geen andere woorden voor. Nigel Farage moet dimmen en nog liever zijn mond houden. Daar staat de NRC, die vroeger onze geest wilde scherpen, tegenwoordig voor. Ook een geopolitiek correct verhaal over een beperkt aantal WAO-uitkeringen in door Israël 'bezette gebieden, is van een naargeestige teneur. 

Het blijft kommer en kwel met die krant, want op de volgende pagina mag Quinsy Gario, zijn etnocentrische en kikvorsperpectivische visie op de wereld uitdragen in een ondermaats artikel met de titel 'Witte man moet mij niet de les lezen'. Tja, veel meer bewijs dat de NRC zijn lezersgroep zoekt onder fatsoenlijk, politiek correct en hypocriet Nederland, dat een hekel heeft aan ‘tokkies’ zoals Vandermeersch een hekel had aan het Vlaams Blok, is niet nodig.

Weliswaar is er in ieder geval één lichtpuntje in de krant. De eerder door mij bekritiseerde Bas Heijne is ineens weer in staat om de geest te scherpen. ‘Het is niet goed om je eigen hypocrisie te verhullen’ schrijft hij in zijn column ‘Huismoslims’. Nu hoop ik maar dat hij daarin een boodschap aan Peter Vandermeersch verborg. Er zijn nog wel wat lichtpuntjes te melden, maar die doen de teneur niet teniet.

De NRC is een snertkrant aan het worden die haat oproept tegen alles wat niet politiek correct is.


zaterdag 18 juni 2016

Etnocentrisch profileren is een kwaad en vormt een bedreiging

                                                                         
 
Inspiratie voor mijn dagblog vond ik vandaag in een artikel in de Volkskrant. Botte Jellema, journalist en gay vindt het maar niks dat bij de aanslag op Charlie Hebdo het Damplein helemaal vol liep met achttienduizend mensen en dat bij de herdenking voor de moord op de lhbt’rs in Orlando op datzelfde plein slechts tweehonderd mensen aanwezig waren. Nederland is nog niet klaar wat de acceptatie van een andere seksuele geaardheid betreft, is zijn boodschap en hij onderbouwt dat met een aantal voorbeelden die nogal wat discriminatie zichtbaar maakt.

Hij heeft gelijk. Na de aanslag op Charlie Hebdo haastte nagenoeg iedere hoogwaardigheidsbekleder zich met een potlood naar een plek waar hij zichtbaar was en zijn stem gehoord kon worden. Kranten gingen zich te buiten in de verdediging van het vrije woord en vandaag moeten we het doen met een artikel van een journalist die zelf gay is en ons op pijnlijke wijze aan herinnert dat, anders dan bij Charlie Hebdo, er maar weinigen op Orlando reageren met de boodschap dat de wereld zich eens moet gaan bekommeren om de slechte positie van lhbt’rs in grote delen van de wereld en ook nog in Nederland.

Botte Jellema beschrijft in zijn artikel de verhuizing uit de Indische Buurt in Amsterdam omdat hij het na zeven jaar zat was om zijn geaardheid daar te moeten verbergen om problemen te voorkomen. ‘Hij kan geen ‘racisme’ roepen om degenen die discrimineren is staat van beschuldiging te stellen. Hij is Noord-Europees wit en dat is tegenwoordig op zich al verdacht. En daarmee is de aanloop naar het onderwerp dat ik aan de orde wil stellen voltooid. We gaan even etnisch profileren.

Als Orlando één ding heeft zichtbaar gemaakt, is dat wel de omzichtigheid waarmee de islam als broedstoof voor homofobie uit de wind wordt gehouden. In Iran wordt je er voor opgehangen, in
Saoedie-Arabië onthalsd en in Egypte rot je weg in een gevangenis. Bij IS gooien ze je van een hoog gebouw af. Het verbod op gay-zijn staat beschreven in de koran en hadith’s. Islamitische landen zijn trouwens niet de enigen in dat verband. Overal waar een masculiene cultuur overheerst is het moeilijk tot zeer moeilijk om een andere geaardheid te hebben. Die conclusie  levert een etnisch profiel op en wie dat aan de kaak stelt heeft het tegenwoordig ook al lastig. De jij-bakken vliegen je om de oren. De katholieke kerk veroordeelt het anders geaardheid zijn ook. Ik zie even af van een weerwoord, maar het is natuurlijk een vergelijking met appels en peren.

Etnocentrische profilatie is de huidige mode waarbij het lage ‘kikvorsperspectief’ centraal staat. Veel lucht en weinig aarde, de horizon is dichtbij en begrenst het zicht. In het ‘kivorsperspectief’ wordt de eigen cultuur overgewaardeerd en andere culturen negatief beoordeeld. Het is het perspectief waar bijvoorbeeld rapper Typhoon zich op beroept. Hij ziet een klein stukje en mist het grote geheel. Als hij het grote geheel had gezien zou hij meer begrip hebben getoond voor wat hem overkwam en zijn lotgenoten hebben opgeroepen om zich eindelijk eens normaal te gedragen. Het ‘vogelperspectief’ (ook wel 'helicopterview'genoemd) geeft een ander zicht op de werkelijkheid. De verabsolutering van het ‘kikvorsperspectief’ leidt tot een agressieve verdediging van de eigen waarheid en van het recht om ‘anders’ te zijn. Om dat laatste is het me te doen. Dat recht om ‘anders’ te zijn. De door de partij DENK gemunte kreet: ‘wen er maar aan’, is steeds vaker te horen en ik zie die ontwikkeling als een bedreiging. Het leidt tot het naast elkaar bestaan verschillende 'waarheden' en tot segregatie.

Het kijken naar de samenleving vanuit een beperkt perspectief en dat als waarheid opdringen, ontkent in feite de rechten van anderen. Vanwege die ontkenning verhuisde Belleman uit de Indische Buurt. We laten het gebeuren. We maken er geen groot probleem van. Dat zouden we wel moeten doen.

Het grote plaatje, het vogelperspectief, is dat we allemaal onszelf mogen zijn mits we dat recht ook van anderen erkennen. Dat grote plaatje wordt verdrongen door het etnocentrische perspectief en eigenlijk door onze onjuiste toepassing van tolerantie. Tolerantie moet stoppen waar het intolerantie ontmoet. Dat heeft niets met ‘racisme’ te maken. De acceptatie van lhbt’rs is daarbij een soort lakmoesproef.

Het motto van vandaag is al weer: #je suis gay





donderdag 16 juni 2016

De etnisch politieke marketing van Denk en de gevaren daarvan

                                                                 
Öztürk toen hij nog geen islamitisch baardje had

“Wij hebben racisme en discriminatie op de kaart gezet”, laat DENK ons in haar laatste persbericht weten. Grootspraak natuurlijk, maar het laat wel zien waar de partij haar politieke aanhang zoekt.  DENK wil de mensen die discriminatie en racisme een groot probleem vinden, politiek verenigen. Maar dat lijkt niet het enige.

Minderheden een stem en gezicht geven is in de politiek en in de media geen nieuw verschijnsel. Er zijn verschillende partijen als de PvdA en GroenLinks die daar ruim aandacht aan geven. Ook in de media krijgen ze een stem en een gezicht. Aan racisme en discriminatie wordt ruim aandacht besteed. Voor DENK is dat allemaal kennelijk niet voldoende. Het was de reden voor Öztürk en Kuzu om uit de PvdA te stappen.

Öztürk kreeg het gisteren royaal om de oren in de NRC en werd daar neergezet als een wat louche figuur die in een politieke functie voor de PvdA  in Roermond aan touwtjes trekt om zijn  persoonlijke belangen te behartigen.  Zijn reactie lijkt te zijn:  ‘als het wettelijk niet is verboden, is het integer’. In de Volkskrant vandaag  wordt hij neergezet als een ‘straatvechter die de grens opzoekt’. Ex-voorzitter van PvdA-Limburg, Marcel Kleinen, zegt dat hij de PvdA gewaarschuwd heeft toen de overstap naar Den Haag aan de orde was. “Marchanderen en cliëntisme horen wat mij betreft bij de PvdA. Ik heb ze gewaarschuwd dat het mis zou gaan en dat is dus ook gebeurd.”

Het motto van DENK lijkt te zijn: als het niet strikt tegen de wet is, dan is het integer. Daarmee bevind je je moreel en ethisch op een glijbaan en daar wordt nu uitgerekend etnische steun voor gezocht.Het persoonlijke wordt politiek gemaakt. DENK geeft de verkeerde signalen af en Öztürk is bepaald geen rolmodel. 

Dré Peters, politiek bondgenoot van Van Rey, vertelt dat hij samen met Öztürk is opgegroeid in een als niet zo goed bekend staande volksbuurt. “Dan groei je op met een stigma, en dan had hij ook nog een verkeerde achtergrond”. Öztürk heeft zich omhoog geknokt en dat verdient op zich respect. Op die weg heeft hij sterk geleund op een Turkse achterban die hem met (geritselde?) voorkeurstemmen steunden.
Öztürk heeft de taal leren spreken van zijn achterban, kent hun gedachtegoed en strijdt voor hun belangen. Dat doet hij nog steeds. Hij is tegen integratie en roept tegen autochtoon Nederland: wen er maar aan. In feite is hij tegen emancipatie.

Daar en precies daar gaat het mis. Met hem roepen ook Simons, Azarkan en Kuzu hetzelfde.  En tegen minderheidsgroepen roepen ze: blijf jezelf en wie dat niet accepteert is een racist of discrimineert. Het is de verkeerde boodschap die ook door islamitische organisaties wordt uitgedragen. Diametraal tegenover de boodschap van DENK, staat het geluid van Celal Altuntas die de opgeblazen ballonnen van de rechtvaardiging om niet te integreren genadeloos doorprikt.  De Turkse (of andere minderheids-) cultuur past niet in Nederland. Wie gelukkig wil worden (en onderzoek bewijst dat) omarmt de Nederlandse cultuur en bewaart in familieverband de eigen tradities.

De cultuur die DENK voorstaat is er een waar de eigen cultuur met cliëntisme, nepotisme, protectionisme, ritselen en sjoemelen als behorend tot het dagelijks leven wordt gezien en waar de brutaalsten het voor het zeggen hebben. Mannen als Öztürk die tegenover de buitenwereld de beschuldiging van racisme en discriminatie als wapen gebruiken. Mannen die door de bescherming van hun biotoop bijdragen aan de verharding. Iedereen die hen niet steunt is een vijand.


Het wordt tijd dat Nederland kiest. Dat politieke partijen, de regering en de media kiezen. Dat zou een keuze moeten zijn tegen het gedachtengoed van DENK en een heldere keuze moeten zijn vóór integratie. Wieniet integreert wordt een loser. De feiten bewijzen het. 

woensdag 15 juni 2016

De partij DENK leunt op tribale partijdigheid en manipuleert die

                                                                   
Er komt slacht nieuws aan, wat zullen we doen?

Aanval is de beste verdediging denken ze bij DENK. Het kritisch analyseren van het optreden van DENK komt nog maar net op gang. Kennelijk vrezen ze bij die partij de komende kritische beschouwingen en roepen hun aanhang op om niet te geloven wat er in de kranten staat. De media zijn het verlengstuk van de zittende macht en die, zo waarschuwen ze, wil de partij kapot maken. Een weinig frisse benadering omdat één van de vier vanwege integriteitskwesties in het nieuws komt.

Het is een beetje belachelijk toneelstukje dat de vier kopstukken opvoeren. Montesquieu wordt er met de haren bijgesleept en mét de media als  ‘vierde macht’, maken ze ook de gelijk ‘trias politica’ verdacht. Die vormt immers de zittende macht waarvan de media het verlengstuk zouden zijn.
Het is een domme actie van DENK. In voetbaltermen spelen ze de man in plaats van de bal en schofferen ze heel journalistiek Nederland. Media vertellen de waarheid niet, is de boodschap die gericht is op hun aanhang. Impliciet vertelt DENK daarmee dat je voor de waarheid bij de partij terecht kan. De aanhang wordt bij voorbaat beloond met het compliment dat ze slim genoeg is om dat zelf in te zien.

De aanpak is vergelijkbaar met die van islamisten die het nieuws een spin geven. Complottheorieën zijn daarbij favoriet. De aanslag op de Twin Towers was een complot van de CIA en Mossad. IS is dat ook. Na de aanslagen in Parijs zag je overal de boodschap opduiken: ze houden niet van ons want zulke herdenkingsmanifestaties zullen ze niet houden voor de doden in Kabul, Damascus of Bagdad.

Het verhaal van DENK volgt hetzelfde patroon, al wordt de kwalijke rol nu toebedeeld aan de media in plaats van aan de CIA en/of Mossad. Het verhaal zal onder  de beoogde aanhang doorwoekeren. Joden beheersen de media en de Rothschild’s financieren het. Dat is wat de media verzwijgen.

Moslims lijken veel sterker dan de gemiddelde Nederlander vatbaar voor complottheorieën. Die worden vooral verspreid als de islam weer eens slecht in het nieuws komt. Het in bescherming nemen van de islam is ook te zien bij de massamoord door Omar Mateen. Het heeft niets met de islam te maken, las ik al een aantal keren, de man was gay en daar kwam het motief vandaan. Moslims reageren tribaal. Wie aan de islam komt, deugt niet en de islamistische spindoctors dragen daarvoor de argumenten aan.

Marcouch doet het slimmer

Marcouch is de laatste tijd weer opvallend actief. Om voor de komende verkiezingen een veilige plek op de kieslijst te veroveren moet hij zijn achterban ervan overtuigen dat ze op hem kunnen rekenen.  Een rammelend onderzoek  van  een islamitische organisatie over aanvallen op moslims benutte hij om samen met Sjoerdsma van D’66 de Tweede Kamer een motie voor te leggen waarin de regering werd opgedragen om extra maatregelen te nemen om de islam een betere bescherming te bieden in het kader van de vrijheid van godsdienst. Nadat de NRC bericht had dat op het intranet van de politie de meeste agenten ‘etnisch profileren’ noodzakelijk achten, schreef hij gisteren in de NRC dat alleen ontspoorde agenten etnisch profileren goed praten. Burgers zouden volgens hem een app moeten krijgen om sneller en vaker klachten in te kunnen dienen. Met zo’n artikel kan hij weer de moskeeën langs. Bij politiebureau's zal hij niet welkom zijn. Dat is de prijs die de PvdA betaalt voor het leunen op de allochtone achterban.

De politie in Nederland is ontspoord, de islam wordt onvoldoende beschermd  en de media vertellen de waarheid niet. Het wordt de hoogste tijd dat de media zich eens gaan verdiepen in de strategieën waarmee islamitisch Nederland tegen de samenleving wordt opgezet en waarmee verdere polarisatie wordt veroorzaakt



dinsdag 14 juni 2016

Omar Mateen als slachtoffer én dader

                                                                    
De profeet is bepaald geen geschikt rolmodel voor kinderen



Volgens de laatste berichtgeving worstelde massamoordenaar Omar Mateen met zijn seksuele voorkeur voor mannen. Opgegroeid in een islamitische omgeving die dat ten sterkste afwijst en opgevoed door een vader die hem homohaat bijbracht moet Mateen in een identiteitscrises hebben verkeerd die in een directe relatie staat tot zijn afschuwelijke daad. Het zou binnen islamitische gemeenschappen alarmbellen moeten doen rinkelen. Daar zou overal de vraag moeten worden gesteld: wat doen wij onze eigen kinderen aan met onze religieuze haat voor wat als een afwijkende en strafbare seksuele voorkeur wordt gezien.

Vanmorgen schrok ik van de Volkskrant. In hun wekelijkse rubriek, ‘Dit ben ik’ krijgen kinderen een vaste lijst van vragen voorgelegd. Vandaag was het de beurt aan de zoon van vluchtelingen uit Syrië. Op de vraag: “Wie is de liefste persoon ter wereld”, antwoordt de elfjarige Ahmed: “De profeet Mohammed en natuurlijk mijn ouders”.

Zou zo’n onschuldig joch ooit kunnen uitgroeien tot een Omar Mateen, vroeg ik me onwillekeurig af. Stel dat hij over een jaar of vijf ontdekt dat hij mannen toch leuker vindt dan vrouwen. Wat moet hij dan met (of van) de profeet Mohammed, die hij nu de liefste persoon van de wereld vindt. Zo’n lieverdje was die profeet nu ook weer niet. Toen door de toevloed van aanhangers er in Medina woningnood ontstond, liet hij een naburige Joodse stam uitmoorden zodat zijn aanhangers bezit konden nemen van hun huizen en bezittingen. De profeet was ook een homohater en verantwoordelijk voor de standaard islamitische leer dat die (ongevraagde aanleg) de doodstraf verdient.

De situatie in Nederland is niet onverdeeld gunstig. Voormalig parlementslid Tofik Dibi beschrijft in zijn laatste boek bijvoorbeeld de moeizame acceptatie van zijn homoseksualiteit. De angst voor reacties uit zijn omgeving was daarbij een belangrijke factor. Maar de islamitische afwijzing van andere seksuele voorkeuren is natuurlijk niet het enige waarover men zich in islamitische kringen zorgen zou moeten maken. Ook het gemak om bij geschillen anderen te doden is een onderwerp dat aandacht behoeft. Omar Mateen wordt hier en daar als een held beschouwd. In zijn kronkelgeest heeft hij voor het beloofde paradijs gekozen, want Allah beloont het doden van mensen die de islam in de weg staan. Daar hebben we ook de ‘bloody borders’ aan te danken die overal ontstaan waar de islam grenst aan andersdenkenden. Dat gaat gepaard met opportunisme. Ook de profeet Mohammed gaf een religieuze uitleg aan de moord op een Joodse stam.

Moslims moeten individueel verantwoordelijk worden gehouden voor wandaden in naam van de islam

Eén van de reacties van ‘weldenkenden’ in de wereld, is dat moslims niet aangerekend kan worden wat geloofsgenoten in naam van hun religie aan wandaden begaan.  Het is een onterechte reactie waarin de eigen waarden en normen ondergeschikt worden gemaakt aan de bescherming van moslims. Het voorbeeld van de elfjarige Ahmed die de profeet als de liefste persoon op de wereld ziet, is daarbij een illustratie. Moeten we zijn ouders niet vragen waar ze in godsnaam mee bezig zijn? Ze voeden hun kind op in een islamitische traditie en oogsten daarmee waarschijnlijk de lof van hun geloofsgenoten. Maar wat betekent dat voor zijn toekomst?  Als een elfjarige Jan of Ton tegen de Volkskrant zou hebben gezegd dat hij de Here Jezus als de allerliefste persoon op de wereld ziet, zouden we dan de wenkbrauwen niet fronsen? In dat geval gaat het nog om een rolmodel van een gehumaniseerde religie. Dat kunnen we van de islam niet zeggen. Moslims moeten kiezen welke kant ze uit willen en dat gebeurt alleen maar als we ze verantwoordelijk houden voor wat er in naam van hun religie gebeurt.


maandag 13 juni 2016

Homo’s aller landen, verenigt U !!!

                                                                   
En toch geniet de islam hier 'vrijheid van godsdienst'

Vandaag lees ik de krant niet om op zoek te gaan naar een onderwerp voor mijn dagblog. Er is maar één onderwerp vandaag dat ieders aandacht verdient: de homofobie in de islam.

Terwijl in de islamitische wereld felicitaties verschijnen voor een islamitische held en de officiële reactie in Turkije is dat het om losbandige mensen ging, is de spontane reactie van de vader van de massamoordenaar Mateen dat het niets met de islam te maken heeft. Die aangeleerde reactie is een leugen. Maar voor leugens krijg je geen straf. Ook Obama vermeed in zijn officiële reactie het woord islam. Op het niet noemen van man en paard staat ook geen straf, maar het is wel een leugen.

Degenen die al drie dagen stenen gooien naar bussen in Almere zijn Marokkanen. In de traditionele media wordt vermeden man en paard te noemen. Als ze het wel zouden doen grijpen weer een aantal islamisten naar de pen om ze te beschuldigen van etnisering om vervolgens met een door gutmenschen aangereikte jij-bak duidelijk te maken dat ook wel eens autochtone jongeren met stenen hebben gegooid.

De vrijheid van godsdienst voor de islam dient in Nederland met beleid en middelen ondersteund te worden, was de strekking van een motie (Marcouch PvdA en Sjoerdsma D’66) die door de Tweede Kamer werd aangenomen. Hebben ze daar vandaag spijt van? Of blijven ze ontkennen dat de islam een aantal nare trekjes heeft die niet gesteund zouden moeten worden vanuit het beginsel van godsdienstvrijheid. Het is in alle opzichten belachelijk te noemen dat zo’n religie, een religie van leugenaars over de aard van hun godsdienst,  extra bescherming moet krijgen. Helaas lukt het die leugenaars bijna overal.

De afkeer van homo’s bestaat in de hele islamitische wereld. Het is niet alleen een cultureel gegeven, de afkeer staat ook voorgeschreven in het heilige boek van de islam en is religieus van aard omdat Allah het heeft voorgeschreven. Manteen, de moordenaar, voert het bevel van Allah eigenhandig uit, in Islamitische landen is het officieel beleid. Iran hangt ze op, Saoudi-Arabië onthoofdt  ze en Egypte laat ze in gevangenissen wegrotten. In Nederland moeten homo’s zich het straatgeweld van islamitische jongeren laten welgevallen en in de islamitische gemeenschappen zal hier en daar ook wel een juichkreetje te horen zijn geweest voor de kogelregen die op een gay-bar werd losgelaten. In de koran valt te lezen: ‘het was niet uw hand die doodde, Allah was het door uw hand ( 8.12)’.

Over een week is het ‘incident’ weer vergeten. Mateen zal van de islam worden losgemaakt en islamitische woordvoerders zullen hem als een ‘overtreder’ aanmerken. De islamitische wet schrijft immers voor dat in een land waarin de islam niet de meerderheid vormt, moslims zich aan de wet van het land dienen te houden. Daar is wel een uitzondering op: ‘tenzij een moslim dat niet met zijn geweten in overeenstemming kan brengen’.


Bij de voortgaande islamisering zullen homo’s zich dienen te realiseren dat de beduchtheid om kritisch te zijn over de islam, niet in hun voordeel zal werken. De overheid maakt zich helaas meer zorgen over islamofobie (zie motie) dan de homofobie die de islam eigen is. Ze maakt zich meer zorgen over de discriminatie van moslims dan over de discriminatie van homo’s door moslims. Moslimse woordvoerders roepen zo hard dat moslims de ‘nieuwe joden’ zijn, dat niemand door heeft dat homo’s dat langzamerhand aan den lijve ervaren.

Het motto voor vandaag: Je suis 'homo'

zondag 12 juni 2016

Martin Sommer (columnist Volkskrant) waarschuwt voor staatbemoeienis in de vorm van tirannieke dwang

                                                                        
"Als het om mensenrechten gaat moet de politiek haar mond houden"

Gisteren mocht na Arnold Grunberg, ook de inmiddels bejaarde columnist Henk Hofland tekeer gaan over de onbeschaafd zijnde verloedering van het debat waarin ‘tokkies’ alles zouden overschreeuwen. Door Hofland moest ik terugdenken aan de achter  ons liggende decennia zonder internet toen schelden en provoceren nog het alleenrecht was van columnisten met een scherpe pen als Jan Blokker, Bibeb, Hugo Brandt Corstius (als Piet Grijs) en Ischa Meijer. De tegenwoordige opiniemakers hebben het veel moeilijker om boven het meerstemmige koor van meningen uit te komen nu internet velen een stem heeft gegeven. Is het ‘jalousie de métier’?, dat we horen opklinken uit de columns van de verontwaardigde ‘beschavingspleiters’? De wekelijkse column van Martin Sommer in de Volkskrant vormt een bescheiden stem in al dat tumult, maar hij verdient een spotlight.

De zaterdagse commentaren van Martin Sommer zijn balsem voor de gekwelde ziel die het dan al weer vijf dagen heeft moeten doen met het politiek correcte geneuzel van bijvoorbeeld Bert Wagendorp. Wagendorp weet alles al en gebruikt altijd dezelfde mal om zijn dagelijks commentaar vorm te geven. Martin Sommer stelt vragen en zoekt daar het best mogelijke antwoord bij. In de Volkskrant van zaterdag 11 juni wordt hij reuze ongemakkelijk van mensenrechten. Daar doet hij denk ik heel veel mensen die zich daar ook steeds ongemakkelijker bij voelen een groot plezier mee.

Aanleiding is het inzetten van mensenrechten om de legalisatie van wietteelt te bepleiten. Gaan we niet te ver met mensenrechten is Sommer’s vraag. Voor een antwoord doet hij een beroep op de filosofie van Isaiah Berlin die een onderscheid maakte tussen ‘negatieve vrijheid’ en ‘positieve vrijheid’. De eerste beschermt de burger tegen de staat. Bij ‘positieve vrijheid’ is het juist de staat die zich opstelt als helper en leidsman en eisen stelt.  De staat weet het beter en kan op basis van een ‘hogere ratio’ ingrijpen. “In laatste instantie kunnen mensen vervolgens worden genegeerd, gekoeioneerd en onderdrukt”, stelt Sommer. Deze conclusie ontleent hij weer aan Berlin die van mening is dat ‘positieve mensenrechten’ gemakkelijk kunnen eindigen in tirannie. Berlin schreef er een mooi boek over. 

Martin Sommer kun je bepaald niet ‘politiek correct’ noemen. Daarom schijnt het hem op de redactie van de Volkskrant wel eens moeilijk te worden gemaakt. Het klinkt mee in een citaat als:

“Het grondrecht om niet door de staat te worden gedwarsboomd (vrijheid van godsdienst bijvoorbeeld), wordt ongedaan gemaakt door het sociale recht waarin de staat moét optreden, of je dat wilt of niet. Een griezelige gedachte, vooral griezelig omdat dit zo weinig wordt opgemerkt”.

‘Beschermende’ grondrechten kunnen een valkuil worden waarin vrijheden maar al te gemakkelijk kunnen verdwijnen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vrijheid van meningsuiting. De islam tornt daar al langer aan. Maar de islam hoeft niet gevrijwaard of beschermd te worden van harde kritiek die regelmatig gedemoniseerd wordt als discriminatie, racisme, islamofobie en xenofobie. Er is vooral vanuit de linkse hoek steun om dat soort kritiek te criminaliseren. Nog pas nam de Tweede Kamer een motie (van Marcouch PvdA en Sjoerdsma D’66) aan om de islam extra bescherming te geven. Het is vanaf daar nog heel veel stappen naar tirannie. Maar het is wel de een stap op de verkeerde weg.

zaterdag 11 juni 2016

Moet Arnold Grunberg niet hoognodig zelf naar een psychiater?

                                                                       
Grunberg wil wel de psychiater voor Wilders en de zijnen betalen
De zaterdag is voor mij al heel lang een feestdag. Vroeger omdat de agenda voor die dag niets of alleen maar leuke dingen bevatte, tegenwoordig omdat ik in pyjama nog voor het middaguur twee kranten door kan worstelen. Ik voel medelijden met degenen die denken dat het lezen van kranten ouderwets is en die nu moeizaam hun kostje op internet bij elkaar moeten scharrelen. Wie breed en veelzijdig geïnformeerd wil worden heeft de krant nodig. De wereld en de samenleving praten tegen je via de kranten. Het is alleen jammer dat je niets terug kunt zeggen dan via een verlate brief die meestal door de opinieredactie zal worden geweigerd. Vanmorgen riep ik na het lezen van  zijn artikel in de NRC spontaan dat Arnold Grunberg nodig naar de psychiater moet. Gelukkig heb ik mijn blog als ventiel want anders zou ik tot maandag spijt voelen dat ik al weer niet via een ingezonden brief gereageerd heb.

Arnold Grunberg baarde opzien met zijn voetnoot in deVolkskrant van 31 mei. Annabel Nanninga, bekend om haar cynische en in bijtende humor verpakte commentaren op het dagelijks nieuws, moet van Grunberg naar de psychiater omdat ze een slecht of niet behandelde agressiestoornis heeft. Vandaag mag hij in de opiniekatern van de NRC dat nog eens uitvoerig uitleggen. Zijn ‘beschavingsmissie’ eindigt als volgt:

“Of deze (agressie pl)therapie door de verzekering zal worden vergoed is mij niet bekend, maar ik ben bereid de kosten voor de eerste twee jaar voor de heer Wilders en de zijnen op me te nemen."

Zoals zovelen die menen dat iemand een psychiater nodig heeft, onderkent ook Grunberg niet dat er een steekje bij hem los zit. De psychiater zou hem wat mij betreft naar een chirurgisch neuroloog dienen te sturen, want ik vermoed dat er bij hem iets aan de hand is in de verbinding tussen beide hersenhelften. Hij ziet maar één deel van de realiteit en kan die niet in verbinding brengen met een ander deel van de realiteit. Een beschaving die zijn problemen niet oplost zal in toenemende mate te maken krijgen met mensen die steeds harder de werkelijkheid benoemen voor wegkijkers. De opinieredactie van de NRC behoort daartoe en het is niet voor het eerst dat ik dat zeg. Gelukkig bevat de krant verder het nodige tegengif. Op pagina 29 snapte motiedeskundige Nelleke Nicolai de angst voor moslims heel goed. Maar nog mooier vind ik het verhaal  van Yahya Gaier, Marokkaans immigrant en van het ‘ nieuwe realisme’ (pagina 35):

"De moslimgemeenschap in Nederland houdt zichzelf na zestig jaar nog steeds gevangen in taboes, schaamte en schijnheiligheid. Zo kweek je mensen die die vatbaar zijn voor extremisme". 

en  

“Dan had ik misschien ook een baard laten staan en was ik stoere teksten over Macolm X gaan roepen. We hebben niet geleerd ons verlies te nemen. Het wordt verpakt als trots, maar het is een gevoel van minderwaardigheid. Jihadisten gebruiken de islam als harnas daartegen. Onze kern is niet heel, onze ziel is versnipperd”.

Yahya Gaier vond een manier om zichzelf te genezen. Maar zijn visie wijst er op dat heel wat lotgenoten wel een psychiater kunnen gebruiken. Om ‘je verlies te kunnen nemen’ moet je leren te rouwen, zegt emotiedeskundige Nelleke Nicolai op pagina 29.

Mooi hoe verschillende verhalen elkaar aanvullen en een ander verhaal door de mand zakt. Met Wilders zet Grunberg miljoenen mensen weg die van hem vanwege een verkeerde mening naar de psychiater moeten. Martin Sommer heeft daar in de Volkskrant vandaag een goed verhaal over, maar dat is voor het dagblog van morgen.